Spook, de humeurige witte kater.
Spook is onze humeurige witte kater en als je een echte katten liefhebber bent, kan je maar beter niet verder lezen. Spook en ik hebben, hoe zal ik het netjes zeggen, geen warme band. Gek genoeg ligt hij ineens naast mij op de bank, tijdens het schrijven van deze post.
Vlaag van verstandsverbijstering
Spook hoort sinds een jaar of vier bij onze inboedel. In een vlaag van verstandsverbijstering is hij bij ons gekomen. Het leek mij leuk voor de kinderen om een huisdier te hebben. De hamster was geen succes want wij waren allemaal bang voor dit bijtgrage knaagdier, genaamd Spekkie (het was een dikkerdje). Ik bedenk al die namen niet, dat doet de kleine medemens hier.
Witte kittens
Op Marktplaats ging ik op zoek naar twee witte kittens. Spierwit en niet blind. Dat wit past goed bij mijn interieur. Ik zat destijds in de ‘witte fase’. Twee snoezige exemplaren vond ik op een boerderij in Ursem. Op weg daarheen begon ik al de nadelen in te zien. Ik draag best vaak zwarte kleding. Dat is niet handig met een witte kat. Misschien toch een zwarte dan? Nee, dat brengt ongeluk.
Aangekomen op de boerderij waren de kids bij het zien van die kittens meteen verkocht. Eén van de twee zag er niet al te helder uit, dus nam ik het besluit niet twee, maar één kitten mee te nemen. Vijftig euro tikte ik af en met een wollig wit wezentje togen wij huiswaarts.
Op de weg naar huis, jankte het beestje de longen uit zijn lijf. Ik vond het zo zielig, dat de tranen bij mij ook over mijn wangen biggelden. Thuisgekomen waren die tranen snel vertrokken, want het beest had de hele doos onder gescheten en gepiest. Bah!
Het kleine mormeltje voelde zich gelijk thuis bij ons. Hing overal in, zat overal op, tussen en onder. En hing om de haverklap in onze broeken. En dan moest hij nog een naam hebben. Als het aan mij had gelegen had hij Coke geheten maar dat is educatief niet verantwoord. De kids bedachten Spook. Want wit is hij.
Pufjes
Iedereen was gek op kleine Spooky. Hij zag er ook zo schattig uit. Maar zo klein als hij was, liet hij pufjes die stonken als een beerput. Al snel was er niets schattigs meer aan deze kitten. Het was zelfs zo erg dat ik met hem naar de dierenarts ben gegaan. Die vond het nogal raar dat ik met een puffende kat kwam en onverrichter zaken ging ik weer, gewapend met riekend kitten terug.
Altijd heb ik katten gehad. Je kunt heerlijk met ze kunt knuffelen, ze komen bij je liggen en toch zijn ze erg op hunzelf. Spook vind dat geknuffel niet fijn en ons eigenlijk ook niet. Hij komt nooit bij je liggen en hij wil al helemaal niet vastgehouden worden. Alleen de damespuber kan alles met hem doen. Nu Spook ouder wordt, begint hij wat te veranderen. Hij wordt milder, komt soms per ongeluk bij je liggen en sinds kort miauwt hij hele verhalen. Vooral als de pubers bij hun vader zijn. Dan zijn we allebei een beetje van de leg, dus praat ik maar gezellig met hem mee, bij gebrek aan een gesprekspartner.
Soms is hij behoorlijk chagrijnig en vliegt hij je ineens aan als je hem te lang knuffelt. Ook vind hij het heel leuk om je te bijten. Dat is genegenheid zeggen de kenners. Het zal allemaal, maar het doet pijn! Hij besluipt mij ook altijd vanuit de haag met Hortensia’s. Dan loop ik nietsvermoedend de tuin in en vliegt hij ineens tussen de planten vandaan. Dat vindt hij grappig. Ik niet, want ik heb een zwak hart.
Wie weet worden we nog eens dikke vrienden Spook en ik……